collationeert
- col·la·ti·o·neert
vervoeging van |
---|
collationeren |
collationeert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van collationeren
- Jij collationeert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van collationeren
- Hij collationeert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van collationeren
- Collationeert!
- Het woord collationeert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.