Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • co·lap·so
enkelvoud meervoud
colapso colapsos

Zelfstandig naamwoord

colapso m

  1. (medisch) inzinking, collaps

Verwijzingen

Werkwoord

vervoeging van
colapsar

colapso

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van colapsar