Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • clea·ner

Bijvoeglijk naamwoord

cleaner

  1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van clean

Gangbaarheid

92 % van de Nederlanders;
87 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be