• chris·ten·man·ne·tje

het christenmannetjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord christenman
     Als drijfveer van zijn handelen wordt vaak gewezen op zijn godsdienstige overtuiging. Tegenspeler Ahrend-directeur J.C. Koenders heeft hem eens als het ‘christenmannetje’ getypeerd.[1]
  1.   Weblink bron
    Peter Junge
    Overwater ziet inlijving Ahrend als levenswerk in: Het Parool  , jrg. 49 nr. 13568 (10 mei 1989), p. 15 kol. 2