chatte
- chat·te
vervoeging van |
---|
chatten |
chatte
- enkelvoud verleden tijd van chatten
- Ik chatte.
- Jij chatte.
- Hij, zij, het chatte.
- Ik chatte.
- aanvoegende wijs van chatten
- Het woord chatte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
chatte v
- (spreektaal) poesje, kutje [1]
- (spreektaal) mazzel, geluk
- «J’ai eu de la chatte de dégoter cette bagnole pour dix-mille balles.»
- Ik had de mazzel die wagen op de kop te tikken voor tienduizend piek. [1]
- «J’ai eu de la chatte de dégoter cette bagnole pour dix-mille balles.»