chameau
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
chameau | le chameau | chameaux | les chameaux |
chameau m
- (evenhoevigen) kameel
- (spreektaal) rotzak
- «Ce qu'il est chameau!»
- Wat een klootzak!! [1]
- «Ce qu'il est chameau!»
- (spreektaal) pokkenwijf, pestwijf
- «Le chameau!»
- Het loeder! [1]
- «Le chameau!»