cementte
- ce·ment·te
vervoeging van |
---|
cementen |
cementte
- enkelvoud verleden tijd van cementen
- Ik cementte.
- Jij cementte.
- Hij, zij, het cementte.
- Ik cementte.
- Het woord cementte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.