Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • ca·ri·ño
enkelvoud meervoud
cariño cariños

Zelfstandig naamwoord

cariño m

  1. genegenheid, affectie

Werkwoord

vervoeging van
cariñar

cariño

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van cariñar


Verwijzingen