calculeren in
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- cal·cu·le·ren in
Woordherkomst en -opbouw
- uit calculeren (werkwoord) en in, hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
incalculeren |
calculeren (...) in
- meervoud tegenwoordige tijd van incalculeren