Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cal·cu·leer·de in
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
incalculeren

calculeerde in

  1. enkelvoud verleden tijd van incalculeren
    • Ik calculeerde in. 
    • Jij calculeerde in. 
    • Hij, zij, het calculeerde in. 


Gangbaarheid