Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bus·pak·jes
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de buspakjesmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord buspakje
     De onderneming richt zich op de bezorging van geadresseerd drukwerk, zoals transactiepost, direct mail, tijdschriften en buspakjes.[1]

Gangbaarheid

47 % van de Nederlanders;
51 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Cerberus
    “Sandd krijgt gelijk: EZ zat fout met achterhouden overlegstukken PostNL (fotobijschrift)” (24 okotober 2018) op destentor.nl  
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be