buklanda

Noors

Woordafbreking

• buk·lan·da

Bijvoeglijk naamwoord

buklanda

1. een buiklanding gemaakt, op de romp geland

Verbuiging

		stellend	vergrotend	overtreffend
onbepaald (sterk)	m/v enkelvoud	buklanda buklandet	mer buklanda mer buklandet	mest buklanda mest buklandet
	o enkelvoud	buklanda buklandet
	meervoud	buklanda buklandete buklandede
bepaald (zwak)	enkelvoud en meervoud	buklanda buklandete buklandede	mer buklanda mer buklandet	mest buklanda mest buklandete mest buklandede

Werkwoord

buklanda

1. verleden tijd van buklande
2. voltooid deelwoord van buklande

Synoniemen

• [1-2]: buklandet

Nynorsk

Woordafbreking

• buk·lan·da

Bijvoeglijk naamwoord

buklanda

1. een buiklanding gemaakt, op de romp geland

Verbuiging

		stellend	vergrotend	overtreffend
onbepaald (sterk)	m/v enkelvoud	buklanda	meir buklanda	mest buklanda
	o enkelvoud	buklanda
	meervoud	buklanda
bepaald (zwak)	enkelvoud en meervoud	buklanda	meir buklanda	mest buklanda

Werkwoord

buklanda

1. onbepaalde wijs, tweede vorm naast buklande, zie aldaar

buklanda

1. verleden tijd van buklanda
2. voltooid deelwoord van buklanda

Werkwoord

buklanda

1. verleden tijd van buklande
2. voltooid deelwoord van buklande