bubbelgums
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bubbelgums (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbʏbəlˌɣʏms / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- bub·bel·gums
Woordherkomst en -opbouw
- bubbelgum met uitgang -s
Zelfstandig naamwoord
de bubbelgums mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord bubbelgum