buồng
buồng
- tros: handvol vruchten zoals je die van een aantal soorten bomen kunt plukken
- buồng chuối – een tros bananen
- Cây cau có hai buồng. – De betelnotelaar draagt twee trossen.
- geheel van organen, groep van bij elkaar horende organen of een volledig orgaan
- buồng phổi – de longen
- buồng gan – de lever
- kamer: deel van een huis met eigen muren en een eigen functie
- buồng ngủ – slaapkamer
- buồng tắm – badkamer
- kamer: de soldaten die samen op een kamer slapen
- Cả buồng bị ốm. – Heel de kamer is ziek.
- holte, kamer: caviteit in bepaalde organen
- buồng thanh quản – larynxholte
- buồng tủy – mergholte
- Hồ Ngọc Đức, Free Vietnamese Dictionary Project