Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bru·ta·le

Bijvoeglijk naamwoord

brutale

  1. verbogen vorm van de stellende trap van brutaal


Deens

Woordafbreking
  • bru·ta·le
Naar frequentie 3377

Bijvoeglijk naamwoord

brutale

  1. onbepaald meervoud stellende trap van brutal

Bijvoeglijk naamwoord

brutale

  1. bepaald stellende trap van brutal



Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • bru·ta·le
Naar frequentie 8849

Bijvoeglijk naamwoord

brutale

  1. onbepaald meervoud stellende trap van brutal

Bijvoeglijk naamwoord

brutale

  1. bepaald stellende trap van brutal


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • bru·ta·le

Bijvoeglijk naamwoord

brutale

  1. onbepaald meervoud stellende trap van brutal

Bijvoeglijk naamwoord

brutale

  1. bepaald stellende trap van brutal