bruker
- bru·ker
Naar frequentie | 529 |
---|
bruker
- zwakke verbuiging tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van erobre
- bru·ker
bruker
- zwakke verbuiging tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van bruka
bruker
- zwakke verbuiging tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van bruke
- Toegelaten zijn:
- bruke / bruka – brukar – bruka – bruka
- bruke / bruka – bruker / brukar – brukte – brukt [1]
- ↑ naar vrije keuze volgens
Taalhervorming 2012,
punt 3.4.2 (in het Noors)