bruggetje
- brug·ge·tje
het bruggetje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord brug
- ▸ Na twintig meter kwamen ze bij een bruggetje aan.[1]
- Het woord bruggetje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bruggetje" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be