brocheren
- bro·che·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
brocheren |
brocheerde |
gebrocheerd |
zwak -d | volledig |
brocheren
- overgankelijk het innaaien van een boek
- Wij volgen een cursus om boeken te leren te brocheren.
- Het woord brocheren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "brocheren" herkend door:
76 % | van de Nederlanders; |
73 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be