briljanten
- Geluid: briljanten (hulp, bestand)
- bril·jan·ten
stellend | |
---|---|
onverbogen | (alleen attributief) |
verbogen |
briljanten
- uit briljanten samengesteld
de briljanten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord briljant
- ▸ Het was een halsketting met afwisselend grote smaragden en kleine sterrenformaties van briljanten, allemaal fonkelend alsof ze nieuw waren, hoewel het sieraad uit de vroege negentiende eeuw moest komen.[1]
- Het woord briljanten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044625691