breng overeen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- breng over·een
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
overeenbrengen |
breng (...) overeen
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overeenbrengen
- Ik breng overeen.
- gebiedende wijs van overeenbrengen
- Breng overeen!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overeenbrengen
- Breng je overeen?