Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • breaks
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de breaksmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord break

Gangbaarheid


Engels

Werkwoord

breaks

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van (to) break

Zelfstandig naamwoord

de Engelsmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord break


Frans

Zelfstandig naamwoord

de Fransmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord break