• bra·veert
vervoeging van
braveren

braveert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van braveren
    • Jij braveert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van braveren
    • Hij braveert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van braveren
    • Braveert!