boommarters

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  boommarters    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈbomɑrtərs / (3 lettergrepen)
  • (Noord-Nederland): /ˈbom.mɑr.tərs/
  • (Vlaanderen, Brabant): /ˈbom.mɑr.tərs/

Woordafbreking

• boom·mar·ters

Zelfstandig naamwoord

de boommarters mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord boommarter