bonden op
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bon·den op
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opbinden |
bonden (...) op
- meervoud verleden tijd van opbinden
- Wij bonden op.
- Jullie bonden op.
- Zij bonden op.
- Wij bonden op.
vervoeging van |
---|
opbinden |
bonden (...) op