bondebefolkninger

  • bonde·be·folk·nin·ger
  • Noorse zelfstandignaamwoordsvorm met het voorvoegsel be-, met het achtervoegsel -ning en met de woorduitgang -er
Naar frequentie zeldzaam

bondebefolkninger

  1. nominatief onbepaald mannelijk en vrouwelijk meervoud van bondebefolkning