Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bol·sters

Zelfstandig naamwoord

de bolstersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bolster


Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • bol·sters
Naar frequentie zeldzaam

Zelfstandig naamwoord

bolsters

  1. genitief onbepaald onzijdig enkelvoud van bolster

bolsters

  1. genitief onbepaald onzijdig meervoud van bolster