boefje

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  boefje    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈbufjə / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• boef·je

Zelfstandig naamwoord

het boefje o

1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord boef

Gangbaarheid

• Het woord boefje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "boefje" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.