blootlegt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bloot·legt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
blootleggen |
blootlegt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blootleggen
- ... dat jij blootlegt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blootleggen
- ... dat hij blootlegt.