Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • blok·noot·je
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

het bloknootjeo

  1. verouderde spelling of vorm van blocnoteje vanaf 1955 tot 1996, als toegelaten variant
    • Ondoorgrondelijk als hij zelf waren de tekens die hij krabbelde op het bloknootje. [1]

Gangbaarheid

Verwijzingen