• blee·pen
  • uit het Engels

bleepen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bleepen
bleepte
gebleept
zwak -t volledig
  1. produceren van elektronische piepjes
51 % van de Nederlanders;
47 % van de Vlamingen.[1]


  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be