blader
- bla·der
vervoeging van |
---|
bladeren |
blader
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bladeren
- Ik blader.
- gebiedende wijs van bladeren
- Blader!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bladeren
- Het woord blader staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- bla·der
Naar frequentie | 8089 |
---|
blader
- nominatief onbepaald onzijdig meervoud van blad