bioscoopoperateurtje

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  bioscoopoperateurtje    (hulp, bestand)
• IPA: / bijɔsˈkopopəraˌtørcə / (8 lettergrepen)

Woordafbreking

• bio·scoop·ope·ra·teur·tje

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van bioscoopoperateur met het achtervoegsel -tje

Zelfstandig naamwoord

het bioscoopoperateurtje o

1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bioscoopoperateur

Gangbaarheid

• Het woord 'bioscoopoperateurtje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.