bijverzekerden
- bij·ver·ze·ker·den
vervoeging van |
---|
bijverzekeren |
bijverzekerden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van bijverzekeren
- ...dat wij bijverzekerden.
- ...dat jullie bijverzekerden.
- ...dat zij bijverzekerden.
- ...dat wij bijverzekerden.
- Het woord bijverzekerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.