bijregelende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bij·re·ge·len·de
Werkwoord
vervoeging van: | bijregelen |
bijregelende
- verbogen vorm van bijregelend, het onvoltooid deelwoord van bijregelen
vervoeging van: | bijregelen |
verbogen vorm: | bijregelendee |
bijregelende