bewaakten
- be·waak·ten
vervoeging van |
---|
bewaken |
bewaakten
- meervoud verleden tijd van bewaken
- Wij bewaakten.
- Jullie bewaakten.
- Zij bewaakten.
- Wij bewaakten.
- Het woord bewaakten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.