bevolkte
- be·volk·te
bevolkte
- verbogen vorm van de stellende trap van bevolkt
vervoeging van |
---|
bevolken |
bevolkte
- enkelvoud verleden tijd van bevolken
- Ik bevolkte.
- Jij bevolkte.
- Hij, zij, het bevolkte.
- Ik bevolkte.
- verbogen vorm van bevolkt, voltooid deelwoord van bevolken
- Het woord bevolkte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.