bevingerde
- Geluid: bevingerde (hulp, bestand)
- be·vin·ger·de
vervoeging van: | bevingeren… |
bevingerde
- verbogen vorm van bevingerd, voltooid deelwoord van bevingeren
vervoeging van |
---|
bevingeren |
bevingerde
- enkelvoud verleden tijd van bevingeren
- Ik bevingerde.
- Jij bevingerde.
- Hij, zij, het bevingerde.
- Ik bevingerde.
- Het woord bevingerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.