Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·stelt

Werkwoord

vervoeging van
bestellen

bestelt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bestellen
    • Jij bestelt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bestellen
    • Hij bestelt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bestellen
    • Bestelt!