bestegen
- be·ste·gen
- vervoeging van bestijgen: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs) maar met een klinkerwisseling ij-ee (/ɛi/ - /e/)
vervoeging van |
---|
bestijgen |
bestegen
- meervoud verleden tijd van bestijgen
- Wij bestegen.
- Jullie bestegen.
- Zij bestegen.
- Wij bestegen.
- voltooid deelwoord van bestijgen
- Het woord bestegen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.