bessrer
Pennsylvania-Duits
Uitspraak
Woordafbreking
- bess·rer
Bijvoeglijk naamwoord
bessrer
- nominatief en accusatief mannelijk enkelvoud stellende trap van aarem
bessrer
Bijvoeglijk naamwoord
bessrer
- nominatief en accusatief mannelijk enkelvoud vergrotende trap van aarem
bessrer