bespoedigden
- be·spoe·dig·den
vervoeging van |
---|
bespoedigen |
bespoedigden
- meervoud verleden tijd van bespoedigen
- Wij bespoedigden.
- Jullie bespoedigden.
- Zij bespoedigden.
- Wij bespoedigden.
- Het woord bespoedigden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.