bespaarden
- Geluid: bespaarden (hulp, bestand)
- be·spaar·den
vervoeging van |
---|
besparen |
bespaarden
- meervoud verleden tijd van besparen
- Wij bespaarden.
- Jullie bespaarden.
- Zij bespaarden.
- Wij bespaarden.
- Het woord bespaarden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.