besmette
- be·smet·te
besmette
- verbogen vorm van de stellende trap van besmet
vervoeging van |
---|
besmetten |
besmette
- enkelvoud verleden tijd van besmetten
- Ik besmette.
- Jij besmette.
- Hij, zij, het besmette.
- Ik besmette.
- aanvoegende wijs van besmetten
- verbogen vorm van besmet, voltooid deelwoord van besmetten
- Het woord besmette staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.