Middelnederlands

enkelvoud meervoud
nominatief besegelte besegelten
genitief besegelte(n) besegelten
datief besegelte(n) besegelten
accusatief besegelte besegelten

Zelfstandig naamwoord

besegelte v, o

  1. bezegeling, waarmerking met een zegel
  2. gewaarmerkte acte, bezegeld document