berispten
- be·risp·ten
vervoeging van |
---|
berispen |
berispten
- meervoud verleden tijd van berispen
- Wij berispten.
- Jullie berispten.
- Zij berispten.
- Wij berispten.
- Het woord berispten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.