• be·plas·te
vervoeging van: beplassen…
verbogen vorm: beplastee

beplaste

  1. verbogen vorm van beplast, voltooid deelwoord van beplassen
vervoeging van
beplassen

beplaste

  1. enkelvoud verleden tijd van beplassen
    • Ik beplaste. 
    • Jij beplaste. 
    • Hij, zij, het beplaste.