bemiddelde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bemiddelde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·mid·del·de
Bijvoeglijk naamwoord
bemiddelde
- verbogen vorm van de stellende trap van bemiddeld
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bemiddelen |
bemiddelde
- enkelvoud verleden tijd van bemiddelen
- Ik bemiddelde.
- Jij bemiddelde.
- Hij, zij, het bemiddelde.
- Ik bemiddelde.
- verbogen vorm van bemiddeld, voltooid deelwoord van bemiddelen