• be·me·ter·de
vervoeging van: bemeteren…
verbogen vorm: bemeterdee

bemeterde

  1. verbogen vorm van bemeterd, voltooid deelwoord van bemeteren
vervoeging van
bemeteren

bemeterde

  1. enkelvoud verleden tijd van bemeteren
    • Ik bemeterde. 
    • Jij bemeterde. 
    • Hij, zij, het bemeterde.