bekrachtig
- Geluid: bekrachtig (hulp, bestand)
- be·krach·tig
vervoeging van |
---|
bekrachtigen |
bekrachtig
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bekrachtigen
- Ik bekrachtig.
- gebiedende wijs van bekrachtigen
- Bekrachtig!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bekrachtigen
- Bekrachtig je?
- Het woord bekrachtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.