• be·kos·ter
  • Deense werkwoordsvorm met het voorvoegsel be-
Naar frequentie 228832

bekoster

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van bekoste


  • be·kos·ter
  • Noorse werkwoordsvorm met het voorvoegsel be-
Naar frequentie zeldzaam

bekoster

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van bekoste